Informatievaardigheden vs. onderzoeksvaardigheden

“Onderzoeksvaardigheden” op hbo-niveau overlappen voor een groot deel de misschien vertrouwdere “informatievardigheden”. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen?

Pas geleden heb ik gloednieuwe cursus “onderzoeksvaardigheden voor hbo-docenten”, georganiseerd door mijn hogeschool, bijgewoond. Even terzijde: de cursus was binnen de kortste keren volgetekend, bewijs dat het onderwerp enorm leeft onder docenten!
Een interessant onderdeel was het beoordelen van een aantal afstudeerverslagen op de informatievaardigheid van de de student. We gebruikten hiervoor het door Jos van Helvoort van de Haagse Hogeschool ontwikkelde beoordelingsinstrument, (hier zelf s op 1 pagina) waarin je beoordeelt op 7 helder en compact beschreven criteria. Mooi van dit instrument is dat er zowel een beschrijving is gegeven van studentgedrag dat goed aan het criterium voldoet, als gedrag dat dat juist niet doet.

De criteria die van Helvoort noemt, zijn:

  1. Oriëntatie op het onderwerp
  2. Bronnenoverzicht / literatuurlijst
  3. Kwaliteit van de gebruikte primaire informatiebronnen (boeken, artikelen, websites etc.)
  4. Bronverwijzingen in de tekst
  5. Verwerking van relevante informatie tot nieuwe kennis en / of inzichten
  6. (gebruik van) Zoektermen
  7. Gebruik van diverse secundaire informatiebronnen
De vetgedrukte criteria worden het belangrijkst geacht en tellen dubbel in de scoringslijst.

Omdat we de rapporten met meerdere deelnemers beoordelen, kregen we een aardig beeld van de mate van overeenstemming tussen de verschillende beoordelaars. De oordelen bleken nog wel eens uiteen te lopen, bij voorbeeld  als het ging om de oriëntatie op het onderwerp (wanneer weet je genoeg?) en kwaliteit van de bronnen (hoe bepaal je of de  bronnen goeg genoeg zijn?). Ook bleek dat je als niet-inhoudsdeskundige toch een redelijk beeld kunt vormen van de informatievaardigheden, maar voorzichtig moet zijn met bepaling van de kwaliteit van de bronnen. Hoe weet je als industrieel ontwerper bijvoorbeeld wat de essentiële informatiebronnen (tijdschriften, onderzoekers, boeken, websites..) in de wereld van de hulpverlening aan zwakbegaafde jongeren zijn?

Met zijn allen waren we het er wel over eens dat je met de scoringslijst een belangrijk deel van de onderzoeksvaardigheden die we van onze studenten zouden verwachten, afdekt, en dat een groot deel van onze zorgen voer het hbo-niveau inderdaad ligt in de kwaliteit van de informatievaardigheid van studenten. Een belangrijk deel, maar natuurlijk niet alles. Hier ontdekken we de verschillen tussen de informatie- en de onderzoeksvaardigheden:

Wat je bijvoorbeeld mist is de kwalitiet van de primaire datavaerzameling: zelf verzamelen van gegevens door observatie, enquêtes en vraaggesprekken. Juist hieraan wordt in standaardwerken over onderzoeksvaardigheden veel aandacht besteed.

Wat je ook beperkt meet is de kritische benadering van en discussie over gevonden informatie. Weliswaar beoordeel je verwerking van gevonden informatie tot nieuwe kennis, maar de mate van kritisch benaderen van de bronnen ontbreekt. Eigenlijk vind ik dit wel bij onderzoeksvaardigheden horen: niet zonder meer alles geloven wat je leest, je altijd blijven afvragen of de gevonden informatie echt wel 100% te vertalen is naar jouw praktijkprobleem en je afvragen waarin en waarom bronnen elkaar soms tegenspreken. En wat betreft de kwaliteit van de bronnen: Van Helvoort lijkt er vanuit te gaan dat je de kwaliteit van bronnen tamelijk absoluut kunt bepalen, maar ik denk dat dat wel wat genuanceerder ligt…

En ten slotte het zoeken naar oplossingen en het beoordelen van de kwaliteit daarvan. Volkomen logisch om dit niet onder “informatievaardigheden” te scharen, maar bij praktijkonderzoek volgens mij wel onmisbaar.

Wat er gebeurt als je je volledig focust op informatievaardigheden ontdekten we in een tweede sessie: het beoordelen van een afstudeerwerkstuk volgens de scriptiebarometer van de Mind Management Academie. Hier zagen we dat er formeel goed was omgegaan met informatie: goede, gevariëerde bronnen gebruikt, keurig geciteerd en verwezen, een mooie literatuurlijst, etc., maar op de scriptiebarometer kwamen we niet verder dan een 0 (nul)! Probleem: er was niets met de informatie gedaan; er was geen discussie, geen nieuwe inzichten (ook een probeelm bij de informatievaardigheden), geen primaire dataverzameling, geen toepassing in de praktijk…

Kortom: informatievaardigheden zijn belangrijk, maar bij onderzoeksvaardigheden komt nog heel wat meer kijken.

Plaats een reactie